Schopenhauer, Het nut van vrome leugens
(uitgegeven bij Wereldbibliotheek)
-De behoefte van de mens aan metafysica (zie vorig bericht)
-Tegen het pantheïsme, een academisch discours waarin God gelijk werd gesteld aan de wereld (als daad van verzoening tussen wetenschap en kerk), bracht Schopenhauer met zijn polemische stijl in dat eerder nog dan dat God gelijk is aan de wereld, de wereld gelijk is aan de hel, met als voornaamste bewijs hiervoor het onpeilbare lijden’, het pessimisme als methode door Schopenhauer op punt gesteld en gebruikt als basis voor al zijn argumentaties. (Cf. Studies in Pessimisme)
En zo, als rethorische belediging op aanslepende academische toestanden, goddelijk toevallig, ziet de oneliner het licht die voortaan het verzamelde levenswerk van zijn uitspreker zal samenvatten.
De steriliteit van de negentiende-eeuwse academische discussie wordt als een geërfde zonde omgekeerd verdergezet in het gevleugelde woord: ‘de wereld is een hel’. (En via de soortgeest in de über-pigeon der gevleugelde woorden: ‘God is dood’.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten